De algemene politieke beschouwingen, het belangrijkste debat van het jaar dat de twee dagen die op Prinsjesdag volgen, gehouden wordt, waren ook dit jaar weer een boeiend schouwspel. Het debat ving aan met de gebruikelijke riten: eerst kwam Klaver met een ordevoorstel om in de volgorde van sprekers niet langer over oppositie versus coalitie te spreken (de coalitie bestaat immers niet meer) en dus om de VVD als grootste partij eerst te laten spreken gevolgd door D66 als tweede partij enzovoorst. Hier was Wilders het vanzelfsprekend niet mee eens, omdat hij zo zijn kans om het debat te mogen aftrappen zag wegglippen. Hermans, die Rutte als fractievoorzitter van de VVD verving, stelde daarom voor om Wilders wel als eerste te laten spreken, maar daarna wel de volgorde van het aantal zetels per partij aan te houden. Zo geschiedde. Zoals gebruikelijk ging Wilders er met een gestrekt been in en werd dan ook door bijna de hele Kamer geïnterrumpeerd. Ongeveer 1 uur en een kwartier later mocht Hermans als tweede spreker aantreden. Haar eerste woorden waren klaarblijkelijk het teken dat de beschietingen mochten beginnen, want pas na iets meer dan 3 uur mocht ze weer vanachter het katheder vertrekken na talloze interrupties te hebben doorstaan. Maar hoe deden de christendemocraten het?
Pieter Heerma sprak als vervangend fractievoorzitter namens het CDA als vierde spreker van de dag. In eerdere interrupties had Heerma al aandacht gevraagd voor de verhuurdersheffing en gepleit voor de afschaffing, of in ieder geval verlaging, van deze heffing. Aan het begin van zijn speech haalde Heerma de paus aan: “we leven niet in een tijdperk van verandering, maar een verandering van tijdperk.” In de jaren ’90 meenden we dat met de overwinning van het kapitalisme op het communisme het einde van de geschiedenis was begonnen. Maar, zoals Heerma terecht zei, we zijn vergeten de maatschappelijke cohesie in stand te houden. Hierbij noemde hij ook enkele tegenstellingen, zoals het feit dat we steeds hoger opgeleid zijn, maar dat er nog steeds 2 miljoen laaggeletterden zijn. Ook de schaduwzijden van het neoliberalisme kwamen aan bod: de bankencrisis, uitputting van de aarde enzovoorts. Ook is de afgelopen tijd de polarisatie enorm toegenomen en de coronacrisis heeft de verschillen alleen maar uitvergroot. Daarom is visie van belang. De visie die Heerma in zijn betoog centraal stelde, is dat vrijheid zonder beperkingen leidt tot onvrijheid voor anderen. Ieder voor zich werkt niet. De kracht van de samenleving moet centraal staan. Hier kan de overheid bij helpen. De overheid moet de mens niet zien als een kostenpost. Nu er een verandering van tijdperk plaatsvindt, is er ook behoefte aan een nieuwe horizon. We moeten ons afvragen wat ons bindt. Zijn we een gemeenschap of zijn we los zand? Als kers op de taart van deze christendemocratische inleiding beschreef Heerma dat we alleen een samenleving kunnen zijn, er alleen voor elkaar kunnen zijn wanneer we kunnen vertrouwen op gemeenschappelijke waarden en instituties. Die kunnen ons binden, die kunnen de polarisatie verminderen, die kunnen ons tot een samenleving maken. De lange inleiding werd afgesloten met het benoemen van de coöperatieve samenleving, die bij de vorige APB ook al door Heerma benoemd werd. Ook noemde hij de in het rapport Van Zwol genoemde uitdagingen: recht doen, gezond leven en verschillen verbinden. We zijn samen verantwoordelijk voor Nederland om deze uitdagingen aan te pakken. Een prachtige opening van Heerma’s redevoering! We zien een duidelijk, christendemocratisch verhaal. Ook belangrijk: er zijn duidelijke verwijzingen naar het rapport Van Zwol. Dit rapport vertelt een mooi, sterk en hoopgevend verhaal voor het CDA. Een van de problemen bij de campagne was de veelheid aan verhalen vanuit het CDA: Zij aan zij, coöperatieve samenleving, New Deal en het nieuw sociaal contract. Een eenheid tussen deze verhalen wordt in dit rapport tot stand gebracht waardoor een heldere, christendemocratische koers nu door de Tweede Kamerfractie kan worden uitgezet. Terecht merkte Klaver in een interruptie op dat de inleiding van Heerma een onvervalst christedemocratisch verhaal is dat te lang afwezig is geweest.
Na een aantal interrupties die zich strekten van formatie tot klimaat, vervolgde Heerma zijn betoog met het langslopen van grote problemen en de oplossingen die het CDA hiervoor heeft. Dit deel was voornamelijk een opsomming van problemen en oplossingen. Ik zal hier een vergelijkbare opsomming maken, maar zal ook hier en daar stilstaan bij wat Heerma nu werkelijk zegt. Als eerste, volkshuisversting. Een aantal voorstellen hiervoor: een nieuw ministerie, afschaffen verhuurdersheffing, zorgen dat jonge mensen ook echt profiteren van deze maatregelen en een woning kunnen vinden. Ook moeten woning corporaties meer ruimte krijgen. Het tweede punt dat Heerma bespreekt is de toegenomen drugscriminaliteit. Naast de ondertussen gebruikelijke voorstellen om meer held voor opsporing en preventie vrij te maken kwam Heerma met een interessant voorstel: zet het geld dat van criminelen is “geplukt” in om probleemwijken te steunen. Zo kunnen we jongeren daar een alternatief bieden. Als derde punt verwijst hij naar de klimaatvisie van Henri Bontenbal. Goed om te zien dat rentmeesterschap zo ook in het betoog verwerkt wordt! Het vierde punt is het nieuw sociaal contract. Vanzelfsprekend wordt een aantal keer verwezen naar Omtzigt. Hierbij worden vooral vragen gesteld naar de stand van zaken. Zoals Omtzigt in zijn bijdrage later die dag (of liever gezegd, nacht) aangeeft, is er namelijk nog weinig gebeurd. Dit moet anders. Heerma hoopt dat we de rechtstaat kunnen versterken en dat constitutionele toetsing kan worden ingesteld. Geopolitiek is het volgende punt. Recente ontwikkelingen, corona maar ook de gang van zaken in Afghanistan, tonen aan hoe onvoorspelbaar het geopolitieke toneel is. Heerma pleit dan ook voor een planbureau dat veiligheidsrisico’s onderzoekt. We moeten ons meer richten op langetermijndenken en minder op kortetermijnvisie. Hier gaat het vooral om veiligheidsrisico’s zoals oorlogen of ziektes. Maar ook economische veiligheid is van belang. Hierbij pleit het CDA voor “reshoring”. Nu lekt teveel kennis weg naar India en China. Het moet niet alleen gaan om bedrijven die eerder vertrokken zijn, maar ook om productie die nu elders wordt opgezet, in Nederland te laten plaatsvinden. De overheid zou hier een rol in kunnen spelen. Hoewel dit mooi klinkt, sluit ik me aan bij de conclusie van het SER-rapport hierover, dat stelt dat het vooral een strategische afweging van bedrijven is. Wel stelt dit rapport dat er mogelijkheden kunnen zijn om essentiële producten weer in Europa te maken, wanneer door overheden samengewerkt wordt.[1] Tot slot hecht Heerma waarde aan “gezonde vaderlandsliefde” en pleit hij, zoals vorig jaar ook al, voor een nationaal-historisch museum. Dit zou moeten leiden tot gedeelde waarden, gedeeld patriotisme. Hierbij verwijst hij ook naar de Schoo-lezing van Kaag, die pleitte voor een inclusief land met gedeelde waarden. Ik vermoed dat Heerma hier enige ironie in de zin had. In diezelfde lezing gaat Kaag namelijk helemaal los op nationalisme. Nationalisme is volgens Kaag het kwaad zelve. De EU, die is goed. Nationalisme en nationale soevereiniteit zijn dat niet. Erasmus en Spinoza waren Europeanen, Willem van Oranje een migrant, aldus Kaag. Dus hoewel zowel Kaag als Heerma een land willen met gedeelde waarden, lijken deze waarden ergens anders vandaan te moeten komen. Heerma wil juist waarden die gebaseerd zijn op onze gedeelde nationale geschiedenis die vereeuwigd worden in een nationaal-historisch museum. Hij pleit voor patriotisme, voor een maatschappelijke dienstplicht. Kaag daarentegen lijkt iets heel anders te bedoelen.
Tot slot wil ik kort reflecteren op alles wat ik hierboven beschreven heb. Wat heeft Heerma nu daadwerkelijk verteld? Zijn redevoering begon met een prachtig verhaal waarin de christendemocratie duidelijk terug te vinden was. Een stevige visie werd op tafel gelegd. We leven in een verandering van tijdperk. Wijze woorden. Het tweede deel van zijn speech stak er schril tegen af. Het was een stuk droger (net zo droog als Heerma’s humor overigens, die ik altijd zeer kan waarderen en debatten als deze aangenaam maken om te bekijken). Maar ondanks dat dit deel minder spannend was om te beluisteren (of wellicht ook om te lezen), waren het stuk voor stuk goede toevoegingen aan het debat waarbij de christendemocratische inspiratiebron nooit uit het oog verloren is. Het is ook positief dat er expliciet naar het rapport Van Zwol verwezen wordt. Het CDA heeft veel goede plannen, maar als deze plannen niet constant uitgedragen en herhaald worden, zal niemand weten hoe goed die plannen zijn. Ook moet er gewaakt worden voor een onduidelijk verhaal met honderd verschillende rapporten, boekwerken of lezingen die allemaal het CDA-verhaal een andere naam geven, zoals we dit in de campagne gezien hebben. Bij deze eenheid van verhaal hoort ook een duidelijk leider. Het was nu zo dat Heerma als fractievoorzitter optrad omdat Hoekstra nog in het demissionaire kabinet zit. Mijns inziens zou het in de toekomst beter zijn als de politiek leider van het CDA plaatsneemt in de Tweede Kamer en daar als fractievoorzitter het christendemocratische geluid laat horen. Op dit moment is er zeker behoefte aan een duidelijke en vaste koers van het CDA in de Tweede Kamer. Deze koers kan waarschijnlijk beter door de politiek leider uitgezet worden als deze fractievoorzitter is. Er lijkt namelijk wel een zogenaamde “premierbonus” te zijn bij verkiezingen, maar ik vraag me af of ministers ook zo een “bonus” bij verkiezingen kunnen verwachten of alleen maar het risico lopen in diskrediet gebracht te worden. Hopelijk zien we volgend jaar dus Hoekstra de APB afhandelen en schrijf ik dan over zijn bijdrage.
Afsluitend wil ik graag
de balans opmaken. Deze APB waren redelijk succesvol voor de
christendemocraten. Niet alleen lijkt Heerma Rutte overtuigd te hebben over het
belang van volkshuisvesting, ook is een motie van Heerma en Segers (CU)
aangenomen over de afschaffing van het leenstelsel. Bovendien illustreerde de
redevoering van Heerma andermaal hoe belangrijk en rijk aan inhoud het
christendemocratische verhaal is voor de Nederlandse samenleving.