Het CDJA heeft de afgelopen tijd de wind weer in de rug. Persoonlijk merk ik dat ook: nadat ik begin 2017 lid werd van het CD(J)A, was de reactie uit mijn omgeving steevast “Jij? CDA? Met die Buma?”. Maar nu is het tij aan het keren. Onder leiding van vaandeldragers Hugo en Wopke, maken de gefronste wenkbrauwen en kritische noten in mijn omgeving plaats voor voorzichtig optimisme en begrip. Onze partij kijkt steeds optimistischer naar de toekomst. De visie op de lange termijn (o.a. 2030) wordt langzaamaan duidelijker. Steeds heftiger wordt er gespeculeerd over de nieuwe leider van het CDA bij de toekomstige Tweede Kamerverkiezingen.
Die positieve tendens is niet onopgemerkt gebleven; Vrij Nederland kopt dat na jaren van polarisatie lijkt het politieke midden zich eindelijk te herstellen. Sterker nog, in de peilingen van Maurice de Hond[1] wordt het CDA als vierde gepeild, dat staat gelijk aan 15 zetels, een verbetering ten opzichte van vorig jaar. Bij een peiling van EenVandaag bleek dat het vertrouwen in de bewindslieden van het CDA groot is, Wopke Hoekstra werd hierin gezien als meest betrouwbare minister. Hugo de Jonge werd hier gepeild als 4de meest betrouwbare bewindspersoon. Op het partijcongres word er enthousiast gepraat over een nieuwe koers, en misschien wel het belangrijkste, het CDJA is al een tijdlang in de lift qua ledenaantal!
Een duider van deze politieke situatie, in welke rol ik mij in dit stukje begeef, zou de verschillen tussen de kandidaten het liefst zo groot mogelijk zien, om een tweedeling te concluderen. Helaas voor mij is dit niet het geval. Zelfs Hugo de Jonge zegt: “Als je kijkt naar de richting die wij zoeken, dan gebruiken we allebei onze eigen woorden. Maar we spreken eenzelfde taal en eenzelfde verhaal uit voor het CDA”. Dit is ook een noodzaak, namelijk een verhaal met sterke visie op de samenleving. Niet langer worden er potentiële kiezers van het CDA verschrikt door het gekrakeel van ‘predikant’ Buma, maar presenteren zich kandidaten met frisse energie en een nieuw geluid. Ook leren we deze mensen beter kennen door hun speeches, waarmee ze steeds frequenter ‘campagne’ lijken te voeren.[2] Welke accenten merken we op in hun redevoeringen?
Laten we beginnen met het identificeren van de kandidaten.
De CDA’er die de afgelopen tijd de meeste lezingen gaf, en daarom onontkoombaar is in deze analyse, is Minister van Financiën Wopke Hoekstra. Zihni Özdil beschrijft hem als een progressief inclusief staatsman, die geen aanhanger is van het neoliberalisme maar een man van het midden is.[3] Naar eigen zeggen zweeft hij tussen geloof, ongeloof en twijfel, en wat rest is mysterie,[4] wat naar mijn idee zo’n beetje elke metafysische grondhouding inhoudt. Hij is naar eigen zeggen geen bierdrinkende corpsbal, wel een family man.[5] Ik ken hem niet en wil hem op geen enkele manier tekortdoen, maar zijn cv zegt vooral: een echte carrièretijger, met grote bedrijven die pronken op zijn cv (Shell, McKinsey). Voor wie alles over hem te weten wil komen: lees zijn profiel eens in het Financieel Dagblad.[6]
Dan, Hugo de Jonge de geboren Zeeuw. Na zijn studietijd in Rotterdam is hij als fractiemedewerker gaan werken bij de Tweede Kamer. Daarna werd hij Wethouder van Onderwijs, Jeugd en Gezin in Rotterdam. In Rotterdam bouwde hij een mooie staat van dienst op. Hij bedacht een plan voor eenzame ouderen, genaamd ‘Voor Mekaar’. Hij lanceerde een wethoudersnetwerk tegen kindermishandeling, en trok vroeg aan de bel bij de – inmiddels failliete – scholengemeenschap Ibn Ghaldoun, al gaf hij aan dat het invullen van een behoefte voor islamitisch voortgezet onderwijs belangrijk was. [7] Zijn huidige functie als Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is daarmee zijn tweede bestuursfunctie. Zijn pronkpaardjes zijn hier wel te noemen: 180 miljoen euro voor eenzaamheidsbestrijding en 2,1 miljard extra voor verpleeghuizen.
Enerzijds is hij uitgesproken gezien zijn ietwat flamboyante persoonlijkheid, anderzijds houdt hij zijn verhaal klein. Hij refereert in zijn toespraken vaak naar ‘zijn’ Rotterdam, naar de Millinxbuurt waar hij woonde tijdens zijn studietijd, of naar de verschillen tussen de mensen op de Afrikaandermarkt in Rotterdam Zuid en de mensen die naar de Marqt (met een Q) gaan. Hij toont zich daarmee wat volkser, menselijker dan andere bewindspersonen. Grappig vind ik het hoe hij als Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, reageert op zijn gang naar de zonnestudio: “Ik ga af en toe, zo nu en dan, of misschien wel om de week eigenlijk, even naar de zonnebank omdat je anders zou zeggen: ’Wat zie je er beroerd uit’”. Ook wanneer hij wordt gewezen op zijn schoenen reageert hij coulant: “Ik heb altijd vrolijke schoenen aan en dit is een vrolijke dag.”

Daarmee hanteert hij een vrolijke irrationaliteit die door velen gemist wordt in de politiek. Denk dan aan ‘Robot’ Jetten, Jesse Klaver[8] en aan de premier, die moord en doodzwijgt als het over zijn privéleven dreigt te gaan. Hugo de Jonge lijkt, vergeleken daarmee, empathischer en menselijker. Wat mogen we blij zijn dat wij toch menselijke politici en bestuurders in onze gelederen hebben.
In de teksten van Hugo de Jonge zijn veelgehoorde thema’s solidariteit en samenleven vanuit een Christelijk-Sociale traditie. Hij botst met de neoliberale grondslag van verlicht eigenbelang, met altruïsme, “Geen ‘what’s in it for me’, maar ‘what’s in it for all of us’”. Hij maakt zich hard voor een beschermende overheid. En haalt daarbij denkers aan als Sint-Augustinus en Abraham Kuyper, voornamelijk wanneer het gaat over thema’s als solidariteit en wederkerigheid van de overheid.
Wopke lijkt hierin mee te gaan. Zo pleit hij ook voor wederkerigheid, en roept hij vaak op tot het doen van vrijwilligerswerk en het inzetten voor de omgeving. In dit geval vind ik het echter minder authentiek omdat zijn argumenten op een regelrechte echo van het boek ‘elite gezocht’ lijken. (Eerder dit jaar uitgebracht door Sander Schimmelpenninck (Quote) en Ruben van Zwieten (predikant op de Amsterdamse Zuidas).)
Wopke zoekt ook naar een verhaal voor de lange termijn, en kijkt naar welke keuzes daar op dit moment bijhoren. Hij schuwt de technologische hulpmiddelen niet: hij wil initiatieven en onderzoek naar o.a. Artificial Intelligence, Big Data, nanotechnologie en Biotech stimuleren. Waarschijnlijk vindt de gemiddelde CDJA’er dit helemaal niet zo gek, maar in het verleden zijn er vanuit het CDA vaker dan niet vraagtekens gezet bij de (grootschalige) uitrol van dit soort nieuwe technologie. Denk dan aan de AI-waakhond voorgesteld door CDA en D66[9] of de beschouwingen over big data in CDV.[10] Ik verwacht nog wel discussie te zien over dit technologisch progressivisme van Hoekstra, mocht hij leider van het CDA worden, voornamelijk vanuit de oudere achterban.
Als we dan toch gaan vergelijken, heeft Buma juist altijd gewaarschuwd voor dit (technologisch) ‘vooruitgangsdenken’. Buma’s lezing was in feite een tirade tegen een doorgeschoten Franse Revolutie. Buma suggereerde dat het verleden van vóór de Franse Revolutie in acht moet worden genomen. Hij verdedigde de stelling dat vrijheid en gelijkheid niet op zichzelf mogen staan, maar altijd moeten “worden ingebed in de traditie en de cultuur waarin ze zijn ontwikkeld, en die is veel ouder dan de Franse Revolutie”.[11] Daarmee gelijkt hij politiek-filosoof Leo Strauss, die schreef: “We all know of the enormous successes of the new science and of the technology which is based on it, and we all can witness the enormous increase of man’s power. Modern man is a giant in comparison to earlier man. But we have also to note that there is no corresponding increase in wisdom and goodness.” Dus: de technologie verbetert, maar de mens blijft nog steeds zijn beperkte kwaliteiten houden.
Sowieso vond ik Buma als leider van het CDA veel meer op de inhoud afgaan. Buma had hiervoor de boekenkist van zijn ouders en grootouders geopend om een scala aan politieke denkers aan te halen. Hij vergeleek moeiteloos de ethiek van Paulus met die van John Stuart Mill, en pakte voor het gemak beschouwingen over Erdogan, Trump en Baudet mee in zijn verhaal. Zoiets hebben we noch Hugo noch Wopke zien doen. Wopke vertelde op hetzelfde platform een verhaal over een afkabbelende Nederlandse identiteit. Vooral het gedeelte waarbij een niet-Westerse man bij de dokter komt, vind ik pijnlijk. Ik hoop toch dat hij zijn beleid van alledag niet baseert op zulke schamele anekdotiek. Vergeleken met de HJ Schoo-lezing van Buma, was die van Wopke wat mij betreft een kattenbelletje. Dat kan overigens ook liggen aan het feit dat toen Buma zijn lezing uitsprak hij al een halfjaar bezig was met formeren, en Wopke toen druk bezig was met het voorbereiden op Prinsjesdag. Maar sowieso kan het geen kwaad voor Wopke om te kijken naar een nieuwe tekstschrijver.

Een onderwerp dat ik onder andere ondergesneeuwd zie raken bij beide kandidaten is de duurzaamheidstransitie. Waarom verontrust mij dit? Waarom zijn geen zinsneden voorbijgekomen over klimaat/leefomgeving/natuur/klimaatverandering/Parijsakkoord?
Hugo de Jonge heeft weleens benoemd dat duurzaamheid “vanuit het midden moet worden benaderd”, en “niet moet worden overgelaten aan wereldverbeteraars met linnen tasjes of aan mensen die de wetenschap ook maar een mening vinden”. Ik ben een beetje teleurgesteld over deze magere opbrengst qua duurzaamheidsteksten, terwijl milieu- en klimaatproblematiek de grootste queesten zijn waar deze heren in hun potentiële leiderschap mee te maken gaan krijgen. De stikstof-crisis, waarover nu keihard gepolderd wordt, is slechts een voorverschijnsel, ik denk dat de voortgaande klimaatdiscussie en biodiversiteitdiscussie uiteindelijk ook op het bordje van een van deze heren zullen komen. Daarom is een goed verhaal essentieel. We gaan in de komende tijd zien of misschien de kroonprinsessen hier wél een steekhoudend verhaal over kunnen schrijven. Want duidelijk is het wel, diegene met het beste verhaal en retoriek slaat een slimme piketpaal naar het winnen van deze interne machtsstrijd.
[1] Peilingen Tweede Kamer. Gevonden op 21 oktober 2019, via: https://frontbencher.nl/peilingen/
[2] NRC Handelsblad (3 september 2019). CDA kroonprinsen Hoekstra en De Jonge voeren campagne per speech. Gevonden via: https://www.nrc.nl/nieuws/2019/09/03/cda-kroonprinsen-hoekstra-en-de-jonge-voeren-campagne-per-speech-a3972045
[3] NRC Handelsblad (6 september 2019). Wopke Hoekstra is een progressieve inclusieve staatsman (Özdil Z.) Gevonden via: https://www.nrc.nl/nieuws/2019/09/06/wopke-hoekstra-is-een-progressieve-inclusieve-staatsman-a3972529
[4] Trouw (20 april 2019). Wopke Hoekstra: ik zweef tussen geloof, ongeloof en twijfel, en wat rest is mysterie. Gevonden via: https://www.trouw.nl/nieuws/wopke-hoekstra-ik-zweef-tussen-geloof-ongeloof-en-twijfel-en-wat-rest-is-mysterie~bd5b1773/
[5] AD (9 november 2017). Wopke Hoekstra, geen bierdrinkende corpsbal, wel een family man. Gevonden via: https://www.ad.nl/politiek/wopke-hoekstra-geen-bierdrinkende-corpsbal-wel-een-family-man~a6fd43ce/
[6] Financieel Dagblad (13 september 2019). Wopke Hoekstra’s vergezichten. Gevonden via: https://fd.nl/fd-persoonlijk/1310699/wopke-hoekstras-vergezichten
[7] De Volkskrant (10 september 2013). Reacties besluit Ibn Ghaldoun-school: Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Gevonden via:
[8] ‘Alles aan Jesse Klaver is nep’, gesproken column door Marcel van Roosmalen op Radio 1. Gevonden via: https://www.youtube.com/watch?v=tkfyZ1dXCYA
[9] AGConnect (18 juni 2019) D66 en CDA willen strengere regels algoritmes. Gevonden via: https://www.agconnect.nl/artikel/d66-en-cda-willen-strenge-regels-algoritmes
[10] Christen Democratische Verkenningen (Herfst, 2014). Biopolitiek: de macht van Big Data. Gevonden via:https://d2vry01uvf8h31.cloudfront.net/Organisaties/WI/CDV/2014_HERFST/B_BOOM096-3_CDV%202014%20nr%203.pdf p. 54-63
[11] Buma, S. (2017). Verwarde tijden! die om richting vragen: HJ Schoo-lezing 2017. Uitgegeven door Elsevier weekblad. Pagina 35.