Naar een betere publieke omroep
Het CDJA vindt dat de overheid heeft een faciliterende rol voor de publieke omroep heeft. De samenleving dient een grote invloed te hebben op de programmering van de omroepen. Omroepverenigingen en hun leden moeten het primaat hebben in het beslissen over de inhoud van programma’s. De overheid heeft slechts een kaderstellende rol.
Als CDJA zien wij graag de volgende politieke kaders voor de omroepen:
- de taak van het publieke mediabestel is het verzorgen van informatie, cultuur en educatie. Dit betekent voor het CDJA dat programma’s wel mogen amuseren, maar dat amuseren geen doel op zich zou moeten zijn.
- Bij het bepalen van de relevantie en levensvatbaarheid van programma’s zouden kijk- en luistercijfers niet het enige belang moeten zijn.
- De Nederlandse publieke omroep doet er wel goed aan om meer aandacht te besteden aan het bereiken van kijkers en luisteraars via nieuwe (online) media.
- Mede vanuit deze visie, zijn wij tegen een volledig betaald systeem van ‘uitzending gemist’.
Wij willen dat het bestuur van de NPO niet wordt benoemd worden door het Ministerie van OCW, maar op een onafhankelijke manier – bijvoorbeeld door de Raad van Toezicht – en het liefst van onderop wordt verkozen. Wij willen drie publieke televisienetten behouden.
Regionale omroepen moeten relevant zijn voor de verschillende groepen binnen de provincie/regio die zij bedienen. Daarom dienen zij veel meer te kijken naar de behoeftes van verschillende groepen, met name die van jongeren. De bezuiniging op de regionale omroepen dient te worden teruggedraaid maar er moet door regionale omroepen zelf bekeken worden waar zij efficiënter kunnen werken, bijvoorbeeld door met verschillende redacties één gebouw te betrekken.